Tijdens het broedseizoen houden de medewerkers van de natuurbegraafplaats hun hart vast. Bijna dagelijks vragen we bezoekers of ze op het pad willen blijven. In feite vragen we ze om op eieren te lopen – of eigenlijk juist niet. Want als pakweg vijftig mensen zich rond een graf verzamelen, riskeren ze op een nest met eieren of jonge vogels te gaan staan. Dat willen we natuurlijk niet!
Er zijn nog meer redenen om zoveel mogelijk op de paden te blijven. Veel planten en bloemen hebben een voorkeur voor de rand van de berm, zo op het grensvlak met het pad. Daar groeien verschillende soorten die rijk zijn aan nectar, een belangrijke voedselbron voor insecten. Overigens nestelen ook veel bijen- en wespensoorten, die belangrijk zijn voor de verstuiving, in holletjes in de grond. Dus als we op de rand van het pad gaan staan, vertrappen we mogelijk bloemen en insecten die cruciaal zijn voor de voedselketen.
Tijdens het broedseizoen is het dus een beetje passen en meten op de natuurbegraafplaats. Daarom doen we de laatste groet bij voorkeur op een kruising van paden, dicht bij het graf, of in een van onze ‘natuurtheaters’. Natuurlijk mag de directe familie mee naar het graf en meehelpen om het graf te dichten. Zo’n handeling helpt bij de rouwverwerking.
Dus: als we u vragen om op het pad te blijven, doen we dat niet omdat we graag voor politieagent spelen. We doen het voor de natuur.